Miljarden mensen over de hele wereld worden elke dag wakker in grote steden, maken zich klaar voor het werk en sluiten zich aan bij de massa forenzen op drukke snelwegen, in drukke bussen en volgepakte treinen. Tot voor kort in ieder geval.
Wakker worden in een andere wereld
In het eerste kwartaal van dit jaar heeft een groot aantal regeringen over de hele wereld zijn bevolking gevraagd om thuis te blijven om de verspreiding van COVID-19 te vertragen en de infectiegraad te verlagen. Eind maart zat een derde van de wereldbevolking thuis. De uitbraak van COVID-19 heeft op veel landen een verwoestende invloed gehad en die invloed is nog steeds zichtbaar. Het coronavirus zorgde voor economische problemen en duizenden mensen zijn overleden ten gevolge van besmetting met het virus. In de landen die proactief hebben gereageerd, bleken maatregelen als thuisblijven en afstand houden effectief te zijn, met een duidelijk zichtbare vertraging van de verspreiding van het virus.
China legde als eerste een lockdown op aan de provincie Hubei, waarbij het transport van en naar de regio werd stilgelegd en er tegelijkertijd in het hele land controlepunten werden opgezet. Sommige van deze maatregelen werden ook ingevoerd in andere getroffen landen in Azië. Ook de zwaarst getroffen Europese landen hebben strenge maatregelen opgelegd, zoals de inperking van de bewegingsvrijheid van hun burgers en de beperking van niet-essentiële reizen. De Verenigde Staten hadden in eerste instantie een lossere aanpak, waarbij er alleen een dringend advies werd gegeven om thuis te blijven en grote bijeenkomsten te vermijden(EN). Terwijl andere, minder getroffen landen tot minder extreme maatregelen overgingen, hebben veel landen hun grenzen gesloten, quarantaines opgelegd, niet-essentiële werkplekken gesloten en hun burgers gevraagd vanuit huis te werken.
Blauwe luchten en gouden randjes
Ondanks de tol die COVID-19 heeft geëist van onze gezondheidsstelsels, onze lichamelijke en geestelijke gezondheid en de economie, is er ook iets wat hoop geeft en dat is het milieu. Toen meer en meer mensen thuis bleven om kwetsbare groepen te beschermen, kwamen er meldingen van een uitzonderlijke stilte in de steden, schoner water en minder luchtvervuiling. Voor veel mensen over de hele wereld was het voor het eerst in jaren dat ze ’s ochtends de vogeltjes hoorden fluiten of ‘s nachts de sterren konden tellen. Al deze effecten zijn niet alleen zichtbaar, maar ook meetbaar, vooral als het gaat over luchtvervuiling.
Luchtvervuiling in Madrid voor (links) en na (rechts) de COVID-19-uitbraak. Bron: Plume Labs & Sifted
China, een land waar smog en grijze winters (EN) geen vreemden zijn, vertoonde slechts enkele weken na de invoering van de pandemiemaatregelen 30% minder stikstofdioxide-emissie (NO2) en ongeveer 25% minder CO2-uitstoot. Na instelling van de lockdown in Noord-Italië nam de lokale commerciële en industriële activiteit af, waardoor de regio een vergelijkbare daling in stikstofdioxide zag. Volgens satellietgegevens die gedurende tien dagen in de hoofdsteden Madrid en Parijs werden verzameld, zette deze trend zet zich voort in grote steden in Europa. Ook de Verenigde Staten, die bekend staan om hun afhankelijkheid van personenauto’s, hebben tot 30% lagere (EN) NO2-concentraties gerapporteerd dan gemiddeld.
Minder vervuiling door minder transport, reizen en productie
Deze plotselinge daling, die in zo’n korte tijd plaatsvond, is opmerkelijk, vooral in steden die decennialang niet zo’n goede luchtkwaliteit hebben gehad. Om te kunnen begrijpen wat voor oorzakelijke verbanden de oorzaak zijn van deze daling en of deze al dan niet zal aanhouden, is het belangrijk om te begrijpen welke bronnen het meest bijdragen aan de huidige luchtvervuiling. Zoals de bovenstaande grafiek (EN) laat zien, behoren transport (15,9%) en productie en bouw (12,4%) tot de top drie sectoren met betrekking tot uitstoot van broeikasgassen. Deze twee sectoren behoren ook tot de sectoren die het meest beïnvloed worden door de maatregel om mensen thuis te houden.
Toen niet-essentiële bedrijven werden stilgelegd en werknemers waar mogelijk gingen thuiswerken, daalde de vraag naar transport significant. Alleen al in het Verenigd Koninkrijk was er tot 83% (EN) minder verkeer op de snelweg, en al in de eerste week van de lockdown in Spanje daalde het wegverkeer tot een tiende (EN) ten opzichte van dezelfde week in 2019. Zelfs de Verenigde Staten meldden een grote daling in verkeer en filevorming in de grootstedelijke gebieden (EN).
Niet alleen op het land zagen we minder verkeer. Sinds het moment dat de luchtvaart een almaar populairder vervoersmiddel werd, kwam er meer en meer verkeer in ons luchtruim. Met reiswaarschuwingen, -beperkingen en zelfs inreisverboden, daalde het aantal passagiersvluchten dramatisch. Eind maart zag luchthaven Schiphol een aanzienlijke daling van 83% van het aantal passagiers, vergeleken met dezelfde periode vorig jaar.
Strikte reisverboden en social distancing hebben hun tol geëist onder mensen met banen die niet thuis kunnen worden uitgevoerd. De productiesector zag een groot aantal tijdelijke fabriekssluitingen (EN), die verder bijdroegen aan de afname van de luchtvervuiling.
Verder kijken dan de huidige uitdagingen: wat kunnen we verwachten?
Het coronavirus heeft enorme verwoestingen aangericht, zowel op economisch als op zeer persoonlijk gebied. Mensen rouwen om hun dierbaren, grote groepen mensen zijn hun banen kwijtgeraakt en gaan een onzekere toekomst tegemoet: deze pandemie verandert de wereld zoals we die kennen.
Zonder voorbij te gaan aan de ravage die het virus heeft aangericht, is het belangrijk op te merken dat de beschermende maatregelen die regeringen troffen om de pandemie te vertragen in veel opzichten de weg hebben vrijgemaakt voor hervormingen op milieugebied. Het heeft aangetoond dat we, zelfs in slechts een paar korte weken van menselijke inactiviteit, merkbaar positieve resultaten zien op milieugebied. Resultaten waar we gedurende jaren van beleidsvorming en onderhandelingen naar op zoek waren. De vraag is of we deze resultaten kunnen behouden en de effecten ervan kunnen verlengen zonder terug te vallen in onze oude comfortabele gewoontes? Hoe kunnen we ervoor zorgen dat we op de goede weg blijven?
Om antwoorden te vinden, hoeven we niet verder te kijken dan de economische crisis van 2008. Bovenstaande grafiek laat een lichte daling van de wereldwijde CO2-uitstoot zien op jaarbasis, maar al snel daarna ging de uitstoot alle historische piekniveaus voorbij. Bedrijven konden niet wachten om de productie op te voeren om tekorten te compenseren en hun verwachte output alsnog te halen, waardoor ze snel terugkeerden naar het vervuilingsniveau van voor de crisis en daar zelfs aan voorbij gingen. Li Shuo, senior klimaatbeleidsadviseur van Greenpeace Oost-Azië noemde het ‘wraakvervuiling’. De opleving werd waargenomen nadat de Chinese regering hun stimuleringspakketten implementeerden, voornamelijk voor grootschalige infrastructuurprojecten, die uiteindelijk tot torenhoge luchtvervuilingsniveaus leidden.
Wat valt er te winnen terwijl we onze verliezen goedmaken?
Als we kijken naar de toekomst en mogelijke manieren om te herstellen van de huidige situatie, hebben we twee opties. Teruggaan naar onze oude gewoonten en de economische vooruitgang voortzetten ten koste van onze planeet. Of dit moment aangrijpen als een kans om positieve veranderingen voor het milieu in gang te zetten, veranderingen die nog generaties lang zichtbaar zullen zijn. Hier zijn drie argumenten die ons reden tot optimisme geven.
Een economische wederopbouw met een groen tintje
Veel landen profiteerden van het momentum na de financiële crisis van 2008 en zorgden voor de invoering van duurzaam beleid en duurzame maatregelen in hun economische stimuleringspakketten. Zoals te lezen in dit rapport van het OECD (EN), omvatten deze onder meer de financiering van energie-efficiëntieprojecten (d.w.z. energiezuinige huizen), investeringen in een groene vervoersinfrastructuur en het aanbieden van belastingmaatregelen die de aankoop van groene producten aanmoedigen. In de EU-landen wordt er al druk uitgeoefend om een soortgelijke ‘groene overgang’ tot stand te brengen als reactie op de economische gevolgen van de COVID-19-uitbraak. Er is in feite een ‘groene herstelalliantie’ (EN) gevormd, bestaande uit 180 leiders. Samen willen zij ervoor te zorgen dat een eventueel reddingspakket in overeenstemming is met de Green Deal-strategie van de Europese Commissie ter bevordering van een koolstofarme toekomst. Niet iedereen volgt echter dit voorbeeld, de VS bestemmen 60 miljard dollar van het astronomische hulppakket van 2 biljoen dollar voor de redding van de luchtvaartindustrie. Een industrie die een enorme bijdrage levert aan de luchtvervuiling, de noodhulp komt zonder maatregelen om de klimaatcrisis aan te pakken.
Dat is misschien geen verrassing, want oude gewoontes zijn vaak hardnekkig. En zoals Xavier Querol van de Spaanse Nationale Onderzoeksraad het treffend verwoordde: “De strijd tegen de vervuiling is een langeafstandsrace, geen sprint.” We moeten echt overgaan op langetermijndenken en met oplossingen komen die duurzaam zijn en effect hebben in verschillende sectoren. Het is duidelijk dat we de fabrieken niet gesloten kunnen houden, dat we niet kunnen voorkomen dat er aan infrastructuur wordt gewerkt en dat we geen thuiswerkmaatregel voor onbepaalde tijd kunnen afdwingen. We kunnen echter wel overgaan tot het ondersteunen van innovatieve projecten die bijdragen aan het koolstofvrij maken van het productieproces, de keuze voor energie-efficiëntere gebouwen, de verschuiving naar werk op afstand wanneer dat mogelijk is en de introductie van schonere transportvormen.
Met name de elektrificatie van het transportsysteem is een belangrijk initiatief dat bij overheden over de hele wereld hoog op de prioriteitenlijst zou moeten staan. Dit is een investering in de infrastructuur, een belangrijke factor in elk stimuleringsplan, die werkgelegenheid in alle sectoren genereert. Bovendien helpt het overheden de koolstofuitstoot te verminderen en kunnen zij hiermee hun toezeggingen in de Overeenkomst van Parijs nakomen. Er is al een groei in de vraag naar elektrische voertuigen zichtbaar, aangezien deze populairder en betaalbaarder worden en bovendien steeds makkelijker verkrijgbaar zijn. Het toont aan dat mensen misschien niet bereid zijn hun auto op te geven, maar wel bereid zijn hun gewoonten te veranderen en zich te richten op duurzamere vervoersmogelijkheden. Door investeringen in het bestaande EV-ecosysteem te verhogen door middel van stimulansen, subsidies en andere initiatieven, kunnen we dus niet alleen de economie stimuleren, maar ook de overgang naar een duurzamere wereld versnellen.
Duurzame stappen zetten die duurzame gewoontes worden
Studies tonen aan dat het gemiddeld drie tot zes maanden duurt om van nieuw gedrag een gewoonte te maken. De lockdown in Wuhan duurde bijna drie maanden en ook in andere getroffen landen praten we over periodes van die lengte. Het is heel goed mogelijk dat we op weg zijn om nieuwe gewoontes aan te leren die invloed hebben op onze manier van leven na de pandemie. Veel mensen gebruikten de plotseling vrijgekomen tijd om een nieuwe taal te leren (EN), hun opgekropte energie kwijt te raken met online sporten (EN), of maakten gebruik van deze gelegenheid om hun bedrijf te digitaliseren of elkaar te helpen. Het is bemoedigend dat zelfs in deze moeilijke tijden ondernemerschap en menselijke vindingrijkheid de overhand hebben. En ook onze relatie met consumptiegoederen is aan het veranderen: nu toeleveringsketens verstoord zijn, kopen we meer lokale producten en verbruiken we minder dan voorheen. Daar staat tegenover dat er meer eenmalig plastic werd gebruikt, terwijl het aantal afnemers van recyclemateriaal, door sluiting van fabrieken, sterk achteruitging. Hopelijk zullen we, door gas terug te nemen, de waarde gaan inzien van wat we hebben en stappen ondernemen om er beter voor te zorgen. Dat geldt misschien nog wel het meeste voor onze lokale gemeenschappen.
Er zit hoop in de manier waarop gemeenschappen elkaar helpen
We hebben al gezien hoe lokale initiatieven creativiteit en de kracht van de gemeenschap laten zien. We ondersteunen elkaar in deze moeilijke tijd, en niet alleen met spelletjes en leuke afleiding. Buurtbewoners bieden door middel van een simpel briefje hulp aan gezinnen die in een risicogroep vallen en lage-inkomensgezinnen in hun gemeenschap, maar er zijn ook groepen die gebruik maken van online spreadsheets of bijvoorbeeld netwerkapplicatie Nextdoor. Er zijn burgerinitiatieven om medewerkers in de zorg te voorzien van materialen die ze nodig hebben om hun werk te doen. Universiteiten werkten mee aan de ontwikkeling van een non-profit COVID-19 app waarmee gegevens verzameld kunnen worden over de ontwikkeling van het virus. Dit laat zien dat we solidair zijn, actie willen ondernemen en snel resultaten kunnen boeken als we samenwerken.
We schrijven geschiedenis
Het is nog steeds niet helemaal zeker wat de langetermijneffecten van COVID-19 zijn op de samenleving of het milieu, maar we hebben een glimp opgevangen van wat we kunnen bereiken als we bepaalde veranderingen aanbrengen in de manier waarop we leven. Niemand heeft ooit gehoopt op de situatie waar we dit jaar in terechtkwamen, maar we kunnen wel lessen trekken uit onze collectieve ervaring. Die lessen kunnen we gebruiken om te bouwen aan een sterkere en duurzamere toekomst voor iedereen.